Mobiliteit gaat over verplaatsingen. Vaak zien we mobiliteit en infrastructuur uitgedrukt in stroken autoasfalt. Maar mobiliteit gaat niet alleen over auto’s: bijna de helft van alle verplaatsingen in Nederland gaat te voet of per fiets. Vooral in de bebouwde kom: naar school, de winkel, het werk of de sportclub. En natuurlijk naar het station, de bushalte of de parkeergarage.
Fietsen en wandelen noemen we ook wel ‘actieve mobiliteit’. En daarmee valt veel winst te behalen. Bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, veiligheid, milieu en economie. Dit langzame verkeer heeft zich inmiddels een bescheiden plaatsje in beleidsnota’s en investeringsprogramma’s verworven. Fietsersbond en Wandelnet zetten zich nu in voor een serieuze invulling van de paragrafen over ‘active modes’ in het mobiliteitsbeleid. Zodat we niet alleen normen voor het aantal parkeerplaatsen per woning hebben, maar ook voor het aantal strekkende meters wandel- en fietspad.
Voorzieningen voor voetgangers en fietsers verhogen de kwaliteit van de leefomgeving en hebben een positief effect op het vestigingsklimaat.
Wandel- en fietspaden kosten relatief weinig ruimte. Een rijbaan van 3,5 meter breed kan per uur 2.000 auto’s afwikkelen, 9.000 buspassagiers, 14.000 fietsers of 19.000 voetgangers. Daarbij is het belangrijk aandacht te besteden aan een goede verdeling van de ruimte tussen wandelaars (inclusief kinderwagens en rolstoelen) en fietsers (inclusief fietsparkeren).
Een omgeving die uitnodigt tot lopen en fietsen brengt de norm van dagelijks 30 minuten matig intensief bewegen binnen ieders bereik. Zonder extra kosten. Zo’n omgeving levert een bijdrage in de strijd tegen bewegingsarmoede bij kinderen en volwassenen en helpt ouderen langer actief te blijven. Dat draagt bij aan een betere volksgezondheid.
Wanneer (bus)stations te voet en per fiets goed bereikbaar zijn en het fietsparkeren goed geregeld is, kan het openbaar vervoer qua snelheidservaring en comfort beter concurreren met de auto.
De klanten die lopend of op de fiets komen zorgen voor de helft van de omzet van de detailhandel. Winkelcentra en buurtwinkels hebben dus belang bij goede loop- en fietsverbindingen.
Een zondags fietstochtje of een ommetje lopen doet een mens goed. Niet voor niets zijn wandelen en fietsen de populairste vormen van buitenrecreatie. Daarom zijn goede, prettige verbindingen met het groene buitengebied nodig. Waar spoorlijnen, rondwegen en snelwegen barrières vormen voor wandelaars en fietsers, zijn extra maatregelen ten behoeve van het langzaam verkeer nodig.
Cafés, uitspanningen, campings en hotels ontvangen graag wandelaars en fietsers. De actieve recreant geeft deze bedrijfstakken een belangrijke impuls.
Wandelen en fietsen zijn niet vervuilend. Het resultaat: schonere lucht en een bijdrage in de strijd tegen de opwarming van de aarde.
Te voet of op de fiets heb je sneller contact: een groet, een glimlach of een praatje. Dat bevordert de sociale veiligheid.
Lopen en fietsen zijn betaalbaar voor iedereen. En voorzieningen voor wandelaars en fietsers hoeven niet duur te zijn, als ze in de planning worden meegenomen.